16 Juni 1894. 247 Art. 226. Deze verordening treedt in werking op den veertienden dag nadat zij is afgekondigd, en zijn, te rekenen van hetzelfde tijdstip, ingetrokken alle vroegere verordeningen van denzelfden aard, rakende de onderwerpen in deze verordening behandeld. De heer Mathon meent, dat het eerstbedoelde artikel als overbodig kan worden beschouwd, doch heeft, na de toelichting van den voorzitter, dat het ook voorkomt in de oude politie-verordening en in elders bestaande verordeningen van denzelfden aard, geen bedenking, het te behouden. Verder niemand der leden het woord verlangende, brengt de voorzitter de geheele voorbedoelde verordening, gelijk zij bewerkt is naar de in vorige zittingen gehouden beraadslagingen en genomen besluiten, in hoofdelijke stemming, waarvan de uitslag is, dat zij met algemeene stemmen wordt vastgesteld. 4, Aanvrage van de wed. Consael tot den verhoop van gemeentegrond. Wordt gelezen de volgende missive van burgemeester en wethouders «Bij Uw besluit van den 12. Mei 1894 is in beginsel «besloten tot den verkoop van gemeentegrond aan de »wed. Consael. «Nadien is een bezwaarschrift ingekomen van den heer «F. J. C. Dekkers, waaromtrent door ons het gevoelen is «ingewonnen van de bouwcommissiedie ons het volgende «antwoord heeft doen toekomen, waarmede wij ons ver- «eenigen. «Door Uw college werd, om daarop te dienen van «advies, in onze handen gesteld een tegen den verkoop «van de wed. Consael van gemeentegrond aan de Leuve-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 247