248 16 Juni 1894. »naarstraat ingekomen bezwaarschrift van F. J. C. Dekkers, »kachelfabrikant te Breda. »Requestrant heeft ernstig bezwaar, omdat zijn grond »aan dien van de gemeente grenst, en een uitweg van »2 M. breedte, zooals die in de concept-voorwaarden is «opgenomen, veel te weinig is om er met een langen «wagen te kunnen draaien; «dat hij daarom er belang bij heeft dat perceel in «eigendom te bezitten; en wordt die grond op de concept- «voorwaarden verkocht, hij zich ernstig in de uitoefening «zijner zaak bedreigd ziet, zoodat requestrant verzoekt, «hem als grondeigenaar daar ter plaatse, de voorkeur te «willen geven, voorschreven grond aan hem te verkoopen «voor eene gelijke som als aan de wed. Consael, of indien «zulks niet meer kan, hem dan bij verkoop aan een «ander toch een uitweg goedgunstig te verleenen, waar «hij gemakkelijk met een langen wagen draaien kan, «opdat hij niet in de uitoefening zijner zaak worde be- «dreigd. «In het midden latende in hoeverre Dekkers met een «uitweg van 2 M. breedte, voldoende voor de uitoefening «zijner zaak, gebaat zoude zijn, komt het ons voor, dat «aangezien de wed. Consael langs de straatzijde en aan «de achterzijde aan den gemeentegrond geërfd is en voor «haar gebouw, aan de straatzijde, een deel van het «gemeente-perceel ligt, zonder het bezit waarvan zij den «ouden stal niet .kan verbouwen tot pakhuis met boven- woning, er om die redenen van verkoop aan Dekkers «nimmer sprake kan zijn, zonder dien grond te belasten «met servituut van overweg ten behoeve van de perceelen «van de wed. Consael. «Namens de wed. Consael is ons medegedeeld, dat «zij er genoegen mede zal nemen, dat aan haar in eigen- «dom wordt overgedragen het stukje gemeentegrond, lig- «gende tusschen de rooilijn van de Leuvenaarstraat en «haar perceel sectie A., n°. 39, en het recht om den

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 248