17 Februari 1894. £5 verhoogd tot ƒ180 'sjaars; dat die huur, aangegaan voor den tijd van drie jaren, eindigt den 30ea April 1894; met verzoek aan hem dien stal en dat koetshuis op dezelfde voorwaarden en tegen denzelfden prijs onderhands voort te verhuren voor den tijd van drie jaren. Niemand der leden daartegen bedenking heb bende, wordt besloten, behoudens goedkeuring van de Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, aan den adressant onderhands voort te verhuren den stal en het koetshuis achter het huis »Het Liggend Hert", voor den tijd van drie achtereen volgende jaren, ingaande den 1™ Mei 1894 en eindigende den 30. April 1897, tegen den huur prijs van ƒ180 'sjaars, en op de verder bestaande voorwaarden. 3. Adres van mejuffrouw Henriette C. J. Nijs, wo nende te Breda, dato 25 Januari 1894, daarbij verzoekende haar, voor den tijd van zes achtereenvolgende jaren, opnieuw voort te verhuren het thans door haar bewoonde gedeelte van de voormalige Latijnsche school in de Nieuwstraat. De voorzitter geeft in overweging den huurtermijn te bepalen op drie jaren. De Raad daarmede instemmende, wordt beslo ten, behoudens de goedkeuring van de Gedepu teerde Staten van Noord-Brab.ant, aan de adressante onderhands het voormelde perceel voort te ver huren voor den tijd van drie achtereenvolgende jaren, ingaande 1 Mei 1894 en eindigende den 30st™ April 1897, tegen den huurpijs van ƒ100. per jaar, en op de verder bestaande voorwaarden. De voorzitter deelt mede een zooëven ontvangen schrijven van den heer Heijlaerts, volgens welk hij, om bijzondere reden, óf niet óf eerst later ter vergadering kan verschijnen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 25