«260 14 JULI 1894. sadviesgesteld een adres met bijlage van de heerenVAN sder Linden en Kuytenbrouwer te Teteringenstrek- skende om hun te doen weten, of de gemeente bereid is, stot straat- of wegverlichting van het nieuwe park, tegen »nader overeen te komen prijs, aan te sluiten aan het centraal-station, door adressanten op te richten tot op- s wekking van electriciteit. »Met terugzending van stukkenhebben wij de eer U »als ons gevoelen te doen kennen, dat de gemeente niet skan ingaan op de strekking van het adres, en wel om sdeze redenen: Dten eerste, omdat het park nog eerst in aanleg en sverre van voltooid is; Dten tweede, omdat het nog niet een punt Uwer over- sweging heeft uitgemaaktof heeft kunnen uitmakenof sen zoo ja wanneer en op welke wijze het nieuwe park kunstmatig zal verlicht worden; Dten derde, omdat, wanneer de tijd tot kunstmatige «verlichting van het nieuwe park gekomen en daartoe door «U besloien zal zijnde gemeente zelve het vermogen »bezit, om het park, al naar mate door U zal verlangd »worden, met gas te verlichten, of wel daarin electriseh slicht aan te brengen. «Op grond van het bovenstaande nemen wij de vrijheid »U in overweging te geven, aan adressanten beleefdelijk »te doen kennen, dat de gemeente van de aangeboden «gelegenheid tot aansluiting van het door adressanten «bedoelde centraal-stationvooralsnog geen gebruik zal smaken." De voorzitter vraagt, of iemand der leden over dit onderwerp het woord verlangt. Dit niet het geval zijnde, wordt overeenkomstig voormeld advies besloten. De heer Vreede komt ter vergadering.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 260