14 Juli 1894. 261 5. Adres van den heer H. W. Knoest, te Breda, dato 21 Juni 1894, daarbij te kennen gevende, dat hij gezien heeft, dat door H H. Simons, kuiper te Breda, aan den Raad een verzoekschrift is gericht, om hem een stuk ge meentegrond, gelegen achter de Lange Stallenkazerne, in eigendom over te dragendat adressant daar ter plaatse eene woning hebbende, belang er bij heeft, dat voormeld verzoek slechts ten deele wordt ingewilligd, omdat in 't tegenoverge stelde geval Simons het recht zou verkrijgen aan adressant's woning alle uitzicht en licht te benemen; met verzoek, zoo de Raad tot verhuring of verkooping van bovenge- noemden gemeentegrond mocht besluiten, aan adressant in koop of in huur af te staan althans de helft van den door Simons verlangden grondten einde waardeverminde ring van zijn pand te kunnen voorkomen. De voorzitter herinnert, dat den Raad omtrent de aan vrage van H. II. Simons reeds in de vorige zitting een pra-advies' bereikt heeft, doch de beslissing alstoen is aan gehouden. Thans zegt de voorzitter is de zaak eene nieuwe phase ingetreden, waarom hij wenscht voor te stellen de stukken nader aan het oordeel der bouwcom missie te onderwerpen, waartoe besloten wordt. 6. Adres van den heer W. van Oldeneel, te Ooster hout, dato 3 Juli 1894, daarbij te kennen gevende, dat hij bij de openbare verpachting van de jacht op de domein goederen, behoord hebbende tot de dotatie van wijlen Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden, mede pachter is geworden van 1412 hectaren jachtterrein, mee- rendeels gelegen onder de gemeente Oosterhout-, dat deze 1412 hectaren zijn verpacht voor 191.22 of bijna 14 cent per hectare; dat, aangezien de perceelen, kadastraal bekend onder de gemeente Oosterhout, sectie J, nüs. 28, 29, 30, 31, 31«, 32, 33, 194 en 198, te zamen groot 27.47.10 hecta ren, thans behoorende aan de gemeente Breda, door een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 261