270 14 Juli 1894. «staande verdieping en het daarachter staande gebouw, «beide aan de kerk toebehoorende, af te breken en op «den daardoor verkregen grond een woon- of winkelhuis «te bouwen, waarvan de naar de straat gekeerde gevel «geen mindere hoogte dan 8 meter boven het trottoir «mag hebben, of wel dien grond bij het plein voor de «kerk te voegen en aan de straatzijde af te sluiten met «een ijzeren hek op voetmuur, gelijkvormig aan het hek, «waarmede het voorplein der kerk van de straat is afge- «sloten. «Indien de contractanten ter andere zijde er de voorkeur «aan geven een gebouw te stichten, moeten de zichtbare «gevels in denzelfden stijl worden opgetrokken als die van «de pastorie, staande aan de andere zijde van het plein «voor de kerk. Artikel 3. «Contractanten ter eene zijde verbinden zich de houten «schuif met windwerkhangende in het brandspuithuis «bovengenoemd en in het daaronder zijnde riool «de Oude «Vest», binnen twee maanden na de onderteekening dezer «overeenkomst, uit te nemen en op te ruimen. Artikel 4. «De contractanten ter andere zijde zullen voor koopsom «van het in art. 1 genoemde brandspuithuis en voor het «verplaatsen van de schuif met windwerk, in art. 3 ge- noemdten kantore en tegen kwitantie van den gemeente sontvanger moeten betalen eene som van vier honderd vijftig gulden, te voldoen bij de onderteekening van deze «overeenkomst. Artikel 5. «De kosten vallende op deze overeenkomst, zooals zegels, «leges, registratie en overschrijving in de openbare registers «zijn ten laste van de contractanten ter andere zijde.»

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 270