14 Juli 1894.
273
even hoog zien gebouwd als dat bewoond door den heer
Van Dam, en verder de bepaling zien gesteld, dat op het
huis een telefoonrek kan geplaatst worden.
Ook de heer Verschraage zegt, dat hij zich vereenigen
kan met het gevoelen van den heer Bloemarts.
De voorzitter stelt daarop voor, de stukken
terug te zenden aan burgemeester en wethouders,
ten einde op den aangegeven grondslag nader
met het kerkbestuur te onderhandelen, en in
middels de beslissing aan te houden, waartoe
besloten wordt.
B. Overige zaken.
4. Bouwplan aan den hoek van de Tolbrugstraat en
de straat genaamd de Nieuweweg.
De voorzitter herinnert dat ten aanzien der ingekomen
teekeningen de bouwcommissie in de vorige vergadering
haar advies heeft doen kennen, en vraagt, of iemand der
leden alsnog dienaangaande het woord verlangt.
De heer Lijdsman zegt, dat, zooals bekend is, hij zich
verplicht heeft gevoeld in de bouwcommissie buiten stem
ming te blijven. Spreker acht het voor die commissie
moeielijk uitspraak te doen en geeft daarom in overweging
buiten den Raad drie deskundigen te benoemen.
De heer Rombouts meent dat de Raad alsnu moeielijk
beslissen kan en steunt mitsdien het voorstel van den
heer Lijdsman.
De voorzitter vraagt, of de heer Lijdsman verlangt,
dat de Raad óf burgemeester en wethouders de door hem
bedoelde deskundigen zullen benoemen?
21