14 Juli 1894.
277
«de gemeente-gasfabriek vertegenwoordigt, zijn de daarop
«vallende onkosten en de contributie door de gemeente
«betaald, terwijl de tijdschriften steeds het eigendom der
«gemeente blijven en ook door de commissie geraadpleegd
«worden. Blijkens verkregen inlichtingen van de besturen
«van 23 gasfabrieken worden bedoelde onkosten door 17
«betaald bij 4 wordt een vaste som daarvoor uitgetrokken
«en slechts bij 2 geene vergoeding gegeven. Steeds is
«gebleken dat de jaarlijksche bijeenkomsten van gasdirec-
«teuren van groot nut zijn.
«De «reiskosten directeur 46.betreft een tweetal
«reizen naar Rotterdam, ten behoeve der fabriek tot tijdig
«aanvoeren van steenkolen, daar vertraging te vreezen
«wasbenevens het bezichtigen der tentoonstelling van
«gastoestellengehouden te Gouda.
«Bij de «ontvangsten» werd niet begrepen «gaskool
186.» Gaskool of graphiet, niet te verwarren met gas-
«kolen is de aanlading der retorten. Vroeger had deze
«aanslag geene handelswaarde, doch is tegenwoordig echter
«zeer gezocht en wordt gebezigd voor koolstaven in elee-
«trische booglampen. De verzamelde graphiet is aan den
«hoogsten bieder verkocht.
«In het rapport wordt vermeld, dat het oud ijzer bij
«gunning is verkocht. Een zestal opkoopers leverden hunne
«inschrijvingen in en aan de twee hoogste inschrijvers is
«respectievelijk het gegoten en het geslagen ijzer verkocht.
«Eveneens is aan den hoogsten bieder de afgewerkte ijzer-
«aarde afgeleverd.
«De prijs der steenkolen zal voortaan wel in het verslag
«vermeld worden; echter zij opgemerkt, dat de prijs op
«elke factuur van steenkolenen deze zijn er vele, vermeld
«is, en onder de bescheiden te vinden zijn.
«Dat er in het verslag geene uitvoerige mededeeling
«omtrent het personeel wordt gedaan, vindt zijne oorzaak,
«dat er in 1893 niets bijzonders daarover te vermelden viel.
«Het volgens de commissie «aanzienlijk bedrag» uitbe-
«taald aan losloon van steenkolen is niets bijzonders, en
