284
4 Augustus 1894.
den heer J. M. Lathouwers voorstellende twee candidaten,
wier namen in alphabetische volgorde zijn geplaatst, te weten:
J. C. Jacobs te Bergen-op-Zoom, en
J. van Zijp te 's Gravenhage.
Wordt overgegaan tot stemming.
Er worden uitgebracht 16 stemmenwaarvan verkrijgen
de heeren
J. van Zijp 13,
en J. C. Jacobs 3,
zoodat met volstrekte meerderheid van stemmen de heer
J. van Zijp, te 's Gravenhage, benoemd is tot leeraar in
het boetseeren aan het stads-teekeninstituut alhier op de
aan die betrekking verbonden jaarwedde van vier honderd
gulden, in te gaan 1 October 1894.
5. Missive van den heer waarnemend commissaris der
Koningin in Noord-Brabant, dato 11 Juli 1894, A, n°. 8,
le afd., le bur., daarbij, met het oog op de periodieke
aftreding van de helft van het getal leden in het college
van zetters, verzoekende vóór 1 September 1894, ter ver
vulling der openvallende plaatseneene opgave in te zenden,
die het dubbel getal personen bevat van het getal te be
noemen leden.
Wordt overgegaan tot stemming.
Vacature den heer J. A. J. W. van Hal.
Eerste candidaat.
Er worden uitgebracht 16 stemmen, waarvan de heer
J. A. J. W. van Hal er 15 op zich vereenigt, terwyl één
briefje in blanco is ingeleverd.
Zoodat de heer J. A. J. W. van IIal tot len
candidaat benoemd is.