4 Augustus 1894, 289 De voorzitter stelt alsnog voor, aan de bovenbedoelde drie heeren deskundigen den dank van den Raad te brengen voor de welwillendheidwaarmede zij hunne kunst kennis hebben willen dienstbaar maken aan het belang der gemeente. Ook overeenkomstig dit voorstel wordt besloten. 7. Missive van de commissie van beheer der gemeente waterleiding alhier, dato 31 Juli 1894, luidende als volgt: «Volgens art. 22 der voorwaarden, waarop water zal «worden verstrekt door de hoogdruk-waterleiding der ge- «meente Breda, welke voorwaarden door U zijn vastgesteld «bij besluit van den 12den Augustus 1893, zijn zij, die «zich vóór 1 Juli 1894 tot waterverbruik hebben verbonden, «vrijgesteld van de kosten der aansluiting, bepaald bij de «tweede zinsnede van art. 13. «Gebonden aan den voorbedoelden termijn van 1 Juli «1894, zijn wij daarvan niet afgeweken, doch gevallen «doen zich voor, die o. i. te dien opzichte eenige meerdere «vrijgevigheid billijken en ook wenschelijk maken. «In het volle van het bouwseizoen zijnde, zijn huizen «in aanbouw en zijn voor andere daartoe de grondslagen «gelegd. Ook voor die panden wordt alsnog kostelooze «aansluiting verzocht, en wij meenen dat er termen zijn «aan dat verzoek tegemoet te komen, omdat de bedoelde «aansluiting vóór 1 Juli 1894 niet mogelijk was en de «belanghebbenden zich alzoo bezwaarlijk van dat tijdstip «af tot waterverbruik konden verbinden, gelijk art. 22 dat «bepaalt. «Breedvoerig is dit onderwerp in onze jongste vergade- «ring besprokenook met het oog op eene voor de ge- «meente voordeelige exploitatie der waterleiding, waarvan «het resultaat was, dat besloten is U in overweging te «geven te bepalen het volgende: «De termijn van 1 Juli 1894, bedoeld in art. 22 der voor waarden, waarop water zal worden verstrekt door de hoog-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 289