290
4 Augustus 1894.
Ddrukwaterleiding der gemeente Breda, vastgesteld bij raads
besluit van 12 Augustus 1893, wordt ten behoeve vanperceelen
Dreeds in aanbouwof die alsnog gebouwd zullen worden
verlengd tot 1 October 1894, met dien verstande, dat op
adat tijdstip de binnenleidingen in de voorbedoelde perceelen
Dgelegd zijn en belanghebbenden zich verbinden ook van dat
Dtijdstip af voor het water, al of niet verbruikt wordende,
Dte betalen naar het vastgestelde tarief."
»Door deze regeling wordt o. i. de billijkheid betracht
»en het belang van de exploitatie der waterleiding behar-
tigdterwijl zekerheid verkregen wordt, dat de kosten,
»welke de gemeente op zich neemt, voor haar vrucht-
»dragend zullen zijn."
De heer IIeijlaerts zou, ter wille van de rechtvaar
digheid, de verlenging van den termijn gaarne zien toege
past op allen, die zich aanmelden.
In dien zin meent de voorzitter luidt het voorstel.
De heer Mathon, het voorstel ter hand nemende, zegt,
dat dit niet zoo uitgedrukt is in het schrijven. De be
doeling van den heer IIeijlaerts is, iedereen in de gele
genheid te stellen van de gunstige bepaling gebruik te
maken.
Dat heeft zegt de voorzitter ook de commissie voor
oogen gestaan, zoodat hij in overweging geeft aan het
voorstel eene algemeene strekking toe te kennen.
Het voorstel luidt dan eenvoudig preciseert de heer
Bloemarts dat de termijn verlengd wordt tot primo October
1894, met dien verstande, enz.
De voorzitter dit beamende, vraagt, of de Raad zich met
het aldus gewijzigd voorstel kan vereenigen.
Niemand der leden bedenking te kennen gevende,
wordt dienovereenkomstig besloten.