4 Augustus 1894.
301
voor de rekening goed te keuren en ten aanzien van het
aan de orde gestelde onderwerp over te gaan tot de orde
van den dag.
De voorzitter meent den spreker te moeten doen opmer
ken, dat de rekening van den reinigingsdienst deel uit
maakt van de gemeente-rekening en de ingediende rap
porten enkel een gevolg zijn van het door de commissie
van beheer der gemeente-reiniging ingediende jaarverslag.
In dat geval zegt de heer Scheltus wenscht hij
enkel in stand te houden het tweede deel van zijn voorstel
overtuigd als hij is dat alle beraadslaging toch niet leiden
kan tot eenig positief resultaat.
De voorzitter wijst op een fout in het verslag van den
reinigingsdienst. De hoeveelheid fsecaliën 1891 staat daarin
opgegeven te zijn 32108 H.L. Dat moet zijn gelijk ook
uit het verslag over dat jaar blijkt 39629 H.L. Ware
die fout niet begaan, dan zouden stellig misrekeningen
voorkomen zijn geworden.
De voorzitter vraagt vervolgens of het voorstel van den
heer Scheltus wordt ondersteund.
Verschillende leden in bevestigenden zin antwoordende,
wordt overgegaan tot stemming, waarvan de uitslag is dat
de stemmen staken.
Vóór waren de heerenTeychiné, Verschraage,
IngenHousz, Heijlaerts, Bloemarts, Scheltus, Sas
sen en Lijdsman.
Tegen de heeren: Van Aken, Van Dongen, Van Hal,
Rombouts, Oukoop, Vreede, Mathon en de voorzitter.
Alsnu wordt zegt de voorzitter het nemen van
het besluit, krachtens het 2e lid van art. 50 der gemeente
wet, tot eene volgende vergadering uitgesteld.