302 4 Augustus 1894. C. Verslagen. Worden niet uitgebracht. De voorzitter wil daarop de vergadering sluiten, doch de heer Sciieltus vraagt alsnog verlof aan de vergadering tot het doen eener vraag aan burgemeester en wethouders ten aanzien van een bepaald onderwerp, vreemd aan de orde van den dag. Dat verlof verkregen hebbende, zegt de heer Scheltus dat in de vergadering van 16 Juni 1894 een adres ter tafel is gebracht van F. J. de Boode, daarbij verzoekende hem in eigendom te willen overdragen de strook grond, gele gen tusschen zijne eigendommen en de nieuwe rooilijn aan de Leuvenaarstraat, omtrent welk adres toen besloten is, dit te stellen in handen van burgemeester en wethouders, ter fine van pra;-adviesdat sedert niets meer van de zaak vernomen is en de belanghebbende beweert, dat hij door die vertraging schade lijdt. Dientengevolge wenscht spreker aan burgemeester en wethouders te vragenof er uitzicht bestaat, dat de onderwerpelijke zaak weldra opnieuw aan de orde zal gesteld worden. De voorzitter zegt dat de vertraging hare oorzaak heeft in de nog steeds voortdurende onderhandelingen met het kerkbestuur van de H. Barbara omtrent het bekende ser vituut, doch dat hij hoopt in de volgénde vergadering de zaak nader ter tafel te zullen kunnen brengen. De heer Scheltus dankt den voorzitter voor de gegeven inlichting. Hierna sluit de voorzitter de vergadering. De secretaris, A. R. VERMEULEN. De voorzitter Ed. GULJÉ.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 302