1 September 1894. 311 «De meening heeft zich gevestigd, dat de gemeente zich »grooter voordeel kan verzekeren voor de staanplaatsen «op kermis en najaarsmarkt van open en overdekte draai- molens en daarmede gelijk te stellen inrichtingen. «Naar aanleiding hiervan hebben wij de eer U in over- «weging te geven het volgend besluit te nemen: y>De Raad der gemeente Breda, «gezien het voorstel van burgemeester en wethouders «dier gemeente, bij schrijven van 23 Augustus 1894, »n°. 653, «BESLUIT: «bepaalde plaatsen gedurende de kermis of najaarsmarkt «voor open en overdekte draaimolens en daarmede gelijk «te stellen inrichtingen, bij inschrijving, publiek te ver- «pachten." «Ons voornemen is de uitvoering van dit besluit vol- «genderwijs te bewerkstelligen: «Ongeveer zes weken vóór den aanvang van de kermis «of de najaarsmarkt wordt in de dagbladen bekend ge smaakt, dat aanvragen om staanplaatsen vóór een bepaalden «dag moeten worden ingezonden. «Zijdie daarop voor inrichtingen als bovenbedoeld «staanplaatsen aanvragen, worden schriftelijk tot inschrijving «uitgenoodigd. «Uit de inschrijvingen, die hierop inkomen, wordt naar «gelang van het hoogste bodin verband tevens met eene «goede regeling der kennis of najaarsmarkt, de toewijzing «der staanplaatsen door burgemeester en wethouders ge- «daan. «Eene gelijke regeling als boven omschreven bestaat te tfs-Bosch, alwaar daarvan goede uitkomsten worden ver- skregen." De voorzitter vraagt, of de Raad verlangt, dat ook dit stuk allereerst nog bij de leden zal in circulatie gesteld worden; er bijvoegende, dat hetgeen beoogd wordt, niet meer dan als eene proef kan aangemerkt worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 311