32
17 Februari 1894.
«toekennende aan de ouderen in jarenen zulks met
»het oog op de artikelen 10, 22 en 77 der gemeente-
»wet en de artikelen 465360 en 103 der kieswet
«waaruit duidelijk spreekt de geest van eerbied voor de
«oudsten in jaren.
Ad. artt. 8 en 25. «Dat voor de wijziging dezer
«artikelen bij ondergeteekende voornamelijk de over-
«weging heeft gegolden, dat door het voorlezen der
«notulen gewoonlijk een geruimen en voor velen zeer
«kostbaren tijd teloor gaat en hoe duidelijk die voor
slezing ook steeds geschieddevoor den toehoorder toch
«veel daarvan verloren ging.
«Indien de leden de gedrukte notulen zouden kunnen
«ontvangen binnen 10 dagen na het houden eener vergade-
«ring, dan zouden zij de noodige tijdruimte hebben
«om die notulen in te zien en hunne mogelijke bedenkingen
«of aanmerkingen daartegen kunnen opperen in de vol-
«gende vergadering. Werden er dan geene bezwaren
«gemaaktdan zouingevolge het voorgestelde artikel
«8, de goedkeuring onmiddellijk na de opening dier
«vergadering kunnen plaats hebbenterwijl door de
«laatste zinsnede van dat artikelieder der leden toch
«de bevoegdheid behouden zou om de voorlezing hetzij
«geheel, hetzij gedeeltelijk te kunnen vragen.
Breda, 12 Februari 1894.
A. J. A. VERSCHRAAGE,
Raadslid.
De voorzitter geeft in overweging, deze stukken in
circulatie te stellen bij de leden.
De heer Van Dam zou wenschen, nu toch het regle
ment van orde moet herzien wordendit aan eene geheele
herziening te onderwerpen. Spreker stelt voorde stukken
te stellen in handen van burgemeester en wethouders en
dezen te verzoeken, een nieuw ontwerp den Raad aan te
bieden.
