4 September 1894.
331
gemeentekas. Spreker heeft te vergeefs getracht eenige
reden te vinden, waarom de voorstellingen van Pawnee
Bill en de menagerie alhier geweigerd zijn, daar geen
cholera was in de plaatsen waar de menschen vandaan
kwamen en op hun gedrag niets was aan te merken, en
zou derhalve daaromtrent wel wenschen eenige inlichting
te ontvangen.
De voorzitter zegt dat het uur reeds ver gevorderd is
en nog eene besloten vergadering moet gehouden worden,
zoodat in de volgende vergadering de gevraagde inlichting
zal verstrekt worden.
De heer Heijlaerts, daarop weder het woord nemende,
zegt dat het tweede door hem te bespreken punt belang
rijker is en betreft het geven van water aan arme stad-
genooten. Er is gezegd gaat spreker voort dat
daarover het oordeel der gezondheids-commissie gevraagd
ismaar eenig goed gevolg is daaruit niet voortgesproten.
Ook is gezegd dat geen water om niet verstrekt wordt,
ten einde de huiseigenaren tot aansluiting te dwingen.
Intusschen hebben verschillende huiseigenaren die aan
sluiting nog niet doen tot stand brengen, zoodat de
menschen verplicht zijn slecht water te drinken, zooals
o. a. de bewoners van de Antwerpsche barakken, alwaar
het water door spreker onderzocht en zeer slecht bevonden
is. Het is sprekers wensch dat overleg gehouden worde
om aan de voorbedoelde menschen, huisjes bewonende
die niet aan de waterleiding zijn aangesloten, toch water
te geven. Niet is het sprekers bedoeling dit bij voort
during te doen, maar nu vooral, nu de campagne van
de suikerfabriek in aantocht is. Ook aan die arbeiders
worde goed drinkwater gegeven en men noodzake hen
niet water, bezwangerd met slechte kiemente gebruiken.
Spreker stelt zich tevreden met ook hierop in de vol
gende vergadering antwoord te ontvangen, doch heeft
gemeend het onderwerp ter sprake te moeten brengen,
uit hoofde van het groote belang dat daaraan verbonden is.