29 September 1894.
341
leden van het muziekkorps voormelde voorwerpen van de
gemeente ontvangt. In de kleeding voorziet het muziek
korps zelf.
Punt 8. Burgemeester en wethouders kunnen bezwaar
lijk inziendat de gemeente in moeielijkheid zal komen
doordat de losse arbeiders en verder allen, die korter of
langer iets voor de gemeente verrichtenzeiven geen
quitantie geven voor het door hen verdiende loon. Hun
onmiddellijk hoofd betaalt dat loon uit en stelt zich
bijgevolg daarvoor jegens de gemeente verantwoordelijk.
Wat de arbeiders voor de gemeentewerken aangaatvan
hen wordt het loon verdeeld over de verschillende hoofd
stukken waartoe het behoort. Voor richtige ontvangst
teekenen de arbeiders op staten, die in bewaring blijven
bij den gemeente-architect en welke ter overtuiging kunnen
opgevorderd worden.
ONTVANGSTEN.
Punten 13 en 4. De gemaakte schrijffoutenwaarop
de aandacht gevestigd iszullen verbeterd worden.
Punt 2. In en over 1893 is ontvangen f 9666.66®, be
houdens aanvulling of terugbetaling na afloop van het
dienstjaar, overeenkomstig art. 45 der wet op het lager
onderwijs.
Evenals in 1893 bepaald is wat eigenlijk zuiver dei-
gemeente toekomt over 1891 en in 1894 over 1892
zoo zal eerst in 1895 bekend zijnof op het voormelde
bij voorschot ontvangen bedrag van f 9666.66® te veel of
te weinig genoten is.
Het bedoelde afschrift is correctmaar heeft geen be
trekking op de quaestieuze ontvangsten is enkel over
gelegd, zoover het, ter controleering van een of ander,
dienstig kon zijn aan gedeputeerde staten.
Aldus vastgesteld door burgemeester en wet
houders van Bredaden 27. September 1894.