346
29 September 1894.
Art. 3.
De eerepoorten moeten afgebroken en de afbraak zijn
opgeruimd binnen acht dagen na de toewijzing der ver-
kooping. Indien een en ander niet binnen dien tijd heeft
plaats gehadzal het afbreken en opruimen vanwege de
verkoopers plaats hebben en het alsdan nog aanwezige als
eigendom der gemeente worden beschouwd.
Art. 4.
De verkooping heeft plaats bij opbod aan de hoogst
biedenden of op zoodanig andere wijze als dit den ver
koopers wenschelijk voorkomt.
Verkoopers behouden zich een termijn van acht dagen,
om het verkochte al dan niet aan de hoogstbiedenden of
afmijnenden te gunnen.
Art. 5.
De betaling der koopsommen moet plaats hebben ten
kantore van den gemeente-ontvanger, binnen twee dagen
na de toewijzing. De daarvan door genoemden ontvanger
af te geven quitantiën moeten aan den gemeente-architect
worden vertoond, welke ze alsdan voor „gezien" onder
teekent. Vóór dien tijd mag met het afbreken der poor
ten niet worden aangevangen.
Art. 6.
De kosten van zegels, leges en registratierechten, be
nevens die van aankondiging der verkooping zijn ten laste
van de koopers en moeten, binnen twee dagen na de
toewijzing, zijn voldaan.
Art. 7.
Tot toelichting van de gegadigden moge dienen, dat
aan de poort op de Korte Boschstraat is verwerkt eene
hoeveelheid van ongeveer 20 kubieke meter dennen- of