29 September 1894. 347 vurenhout, voor welke hoeveelheid noch de verkoopers, noch de gemeente aansprakelijk zijn. De heer Teychiné zag liever dat de eerepoorten het eigendom bleven van de gemeente, omdat, hoewel ze ƒ1200.a ƒ1500.gekost hebben, ze weinig zullen op brengen en bij bewaring nog voor eene volgende gelegen heid kunnen dienen. Doch als de verkoop zal plaats heb ben, dan wenschte spreker ze liever verkocht te zien in haar geheeldat is met de beschilderde behangsels enz. De stukken kunnen genommerd worden en ze kunnen dan misschien aangekocht worden, bv. voor 's-Bosch of voor Tilburg. Het onderwerp zegt de voorzitter is besproken in de vergadering van burgemeester en wethouders. De eerepoort op het Kasteelplein wordt niet verkocht; dat is een regelmatig gebouwmaar de andere eerepoorten zijn zoo maar in elkander gezet. Het doek en de verdere versieringen daarvan kunnen later nog gebruikt worden. De heer Vreede is het eens met den voorzitter. De zoo snel in elkander gezette eerepoorten kunnen niet dan voor romrnelhout verkocht worden. De heer Lijdsman gaat mede met het denkbeeld van den heer Tevchiné, dat is, als de eerepoorten verkocht wordenze dan te verkoopen met doek en al. De heer Teychiné vraagtof de heer Lijdsman van meening is, dat als de eerepoorten behouden worden, er dan nog eene behoorlijke constructie van te maken is? De heer Lijdsman antwoordt bevestigend. Immers zegt spreker de teekeningen bestaan er van. De heer Teychiné wenscht de eerepoortstaande aan de Korte Boschstraatte behoudendoch als ze verkocht wordt, ze dan in haar geheel te verkoopen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 347