348 29 September 1894. De heer Van Hal weet niet, dat er eene geschikte bewaarplaats is voor de eerepoorten, en meent dat er veel geld zal moeten worden uitgegeven om ze weer opnieuw te construeeren. Spreker gelooft ook niet, dat ze voor 's Bosch of Tilburg zullen aangekocht worden. Het doek enz. wenscht spreker te bewaren, dewijl dit nog voor kleinere stukken te pas kan komenmaar niet het hout waarmede niets gewonnen wordt. Het hout is geen werk- hout en het onderwijs aan de ambachtsschool kan niet op oud hout gericht worden. De architect heeft hetnaar spreker's overtuigingbij het beste eind. Na verdere beraadslagingwaaraan met de vorige sprekers alsnog deelnemen de heeren Sassen en Reigersman, brengt de voorzitter in stemming het voorstel van den heer Teychiné namelijk om de eerepoorten met doek en al te verkoopen waarvan de uitslag is dat dit voorstel verworpen wordt met 12 tegen 7 stemmen. Vóór waren de heeren: Reigersman, Teychiné, Ver- schraage, IngenHoüsz, Vreede, Heijlaerts en Sassen. Tegen de heeren: Van Dongen, Van Hal, Rombouts, OukoopVan Aken, Van Dam, Bloemarts, Sciieltus, Lijdsman, Nelissen, Mathon en de voorzitter. De heer Sassen vraagtof het hout niet aan den stadstimmerwinkel zou kunnen gebruikt worden. In dat geval was spreker er wel voor, de besproken eerepoorten niet te verkoopen. Dat is doet de heer Bloemarts opmerken het tegenovergesteld voorstel van burgemeester en wethouders. Maar dat voorstel zegt de heer Van Dam kan ingetrokken worden. De heer Rombouts is van meening, dat als de architect ingezien haddat het afkomende hout ten behoeve van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 348