34 17 Februari 1894. „De ondergeteekende, commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs te Bredavoldoende aan Uwe mis sive, dd. 11 December 1893, n° 1095, heeft het adres van den heer F. J. L. E. von Ende te Breda aan den gemeen teraad, dd. 12 November 1893, in overweging genomen. Zij meent op de onderscheiden puntenwaarover dit adres loopt, te moeten adviseeren als volgt: a. Het komt aan de commissie niet raadzaam voor te bepalen, dat op de Katholieke feestdagen van 6 Januari, 2 Februari, 25 Maart, 29 Juni, H. Sacramentsdag, 8 September, 1 November en 8 December onderwijs gegeven worde aan de Hoogere Burgerschool. Deze dagen worden door het grootste deel der bevolking van Breda als Zon dagen gevierd. Alle openbare scholen der gemeente lagere, middelbare en hoogere zijn gesloten. Ook aan de Rijks Hoogere Burgerscholen der provincie Noord-Brabant te Bergen-op-Zoom, Helmond, 's Hertogenbosch en Tilburg wordt op die dagen geen onderwijs gegeven. b. Bij de berekening van de vacantiën der Hoogere Burgerschool komt de adressant tot het groot getal van 160 dagen per jaar, door de namiddagen van de Woens dagen en de Zaterdagen als halve, de Zondagen en ver schillende feestdagen als volle vacantiedagen te rekenen, en door de zomervacantie, de Kerst- en de Paaschvacantie met een willekeurig getal dagen te vermeerderen. Men dient echter te weten, dat volgens het reglement „de zomervacantie duurt van half Juli tot den eersten Maan dag in September, de Kerstvacantie acht tot tien dagen, de Paaschvacantie acht dagen." Bedenkt men nu, dat het getal der wekelijksche school uren aan de Hoogere Burgerschool te Breda is voor de vier laagste klassen 32 urenvoor de hoogste klasse 34 uren, hetgeen naar onze meening, in vergelijking met andere inrichtingen van onderwijs groot genoemd kan worden, dan ligt de gevolgtrekking voor de hand, dat de vacantiën niet te ruim genomen zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 34