350
20 September 1894.
B. Verslagen.
Worden niet uitgebracht.
De voorzitter neemt daarop het woord en doet kennen,
dat hij wenscht te antwoorden op de beide in de vorige
zitting door den heer Heijlaerts gedane interpellaties.
De heer Heijlaerts vraagt het woord en zegt, dat
inmiddels verkregen inlichtingen hem doen afzien van het
bekomen van antwoord. Bij hetgeen hij vernomen heeft,
kan hij zich neerleggenen dientengevolge worden de door
hem gedane interpellaties ingetrokken.
De heer Scheltus kan zich hiermede niet tevreden
stellen. Met instemming heeft spreker in de vorige ver
gadering de interpellaties van den heer Heijlaerts gehoord
en nu zou hij er prijs op stellen de verlangde inlich
tingen te vernemen.
De voorzitter, daarop het woord hernemende, zegt, dat
hij van het eene punt zich zou kunnen afmaken door zich
te beroepen op art. 188 van de gemeentewet, doch dat
hij bereid is de beide interpellaties te beantwoorden.
Punt 1. Het is bekend zegt de voorzitter dat
Bostocks menagerie kwam uit Limburg, alwaar verschil
lende gevallen van cholera zijn voorgekomen en de Maas
besmet is. Moest dit noodwendig tot groote voorzichtig
heid aansporende omstandigheid voegde zich daarbij
dat te Roermond een olifant aan de bewaking ontsnapt
was en hetzelfde eenmaal met een kwaadaardigennog
altijd moeielijk te bedwingen leeuw gebeurde.
De Pawnee-bills kwamen uit Antwerpen, niet met het
aanzien van ordelijke menschen, maar als een ongeordende
troep, gewapend met revolvers, waarop hun is moeten
attent gemaakt worden dat zij die hier niet mochten
dragen. Al hebben zij zich later beter gedragen, toen ter
tijd waren zij in verzet gekomen tegen een vonnis in België