20 October 1894. Tegenwoordig de heeren: B. C. VAN DONGEN, J. A. J. W. VAN HAL, mr. A. REIGERSMAN, ,T. ,T. L. TEY- CHINÉ, mr. W. INGENIIOUSZ, W. G. II. ROMBOUTS, K. G. OUKOOP, J. A. VAN AKEN, ,1. E. VREEDE, F. ,T. M. HEIJLAERTS, mr. M. VAN DAM, A. P. SCHEL- TUS, II. A. SASSEN, ,T. LIJDSMAN, A. J. A. VER- SCHRAAGE en E. II. A. GULJÉ, burgemeester, voor zitter. Afwezig de heeren: J. J. NELISSEN, mr. Th. MATHON en mr. P. BLOEMARTS, laatstgenoemde met schriftelijke kennisgeving. De voorzitter zegt, dat naar aanleiding van art. 8 van het reglement van orde voor den gemeenteraadde notulen van het verhandelde in de vergadering van den 29sten September 1894 ter inzage voor de leden hebben gelegenen vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt Dit niet het geval zijnde, worden de notulen der voormelde vergadering goedgekeurd en vast gesteld. Vervolgens stelt de voorzitter aan de orde A. Ingekomen stukken: 1. Missive van de gedeputeerde staten van Noord-Brabant, dato 5 October 1894, G, n°. 70, 4e afd.houdende bericht van ontvangst van het aan hen toegezonden afschrift der verordening op de onder de gemeente Ginnelcen en Bavel opgerichte algemeene begraafplaats der gemeente Breda, welke in de openbare vergadering van dezen Raad van 1 September jl. is vastgesteld. 27

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 353