'20 October 1804.
7. Adres van II. Mulder, amanuensis aan de hoogere
burgerschool te Breda, dato 11 October 1894, daarbij om
aangevoerde redenen verzoekende om verhooging zijner
jaarwedde.
De voorzitter stelt voor dit adres aan te houden
tot bij de behandeling der gemeente-begrooting,
dienst 1895, en inmiddels daaromtrent het advies
in te winnen van de commissie van toezicht op
het middelbaar onderwijs alhierwaartoe besloten
wordt.
8. Missive van het college van regentes over het Oude-
Mannenhuis alhier, dato 12 October 1894, n°. 84, hou
dende aanbieding ter goedkeuring van de begrooting van
inkomsten en uitgaven van het gesticht voor het volgend
dienstjaar, voorzien van de noodige toelichtingen.
De voorzitter stelt voor eene commissie van onderzoek
te benoemen, waarop de vergadering, bij monde van den
heer Van Aken, den voorzitter verzoekt de commissieleden
te willen aanwijzen.
Daarop worden door den voorzitter tot leden
dier commissie benoemd de heeren A. P. Schel-
tus, A. J. A. Verschraage en J. A. J. W.
Van Hal, welke heeren zich deze benoeming
laten welgevallen.
9. Missives van de gedeputeerde staten van Noord-Brabant
met bezwaarschriften van ingezetenen tegen hunnen aanslag
in den hoofdelijken omslag dezer gemeente, dienst 1894.
De voorzitter geeft in overweging, deze bezwaar
schriften, naar gebruikelijk is, te behandelen in
eene na afloop dezer vergadering te houden be
sloten zitting, waartoe besloten wordt.
10. Besluit van de gedeputeerde staten van Noord-
Brabant, dato 12 October 1894, G, n°. 14, 2e afd.,