362 20 October 1894 2°. Verdient het niet de voorkeur de verordening, o «welke een regel stelt, onveranderd te laten, en hem, «die dit verdient, een persoonlijke toelage boven de «vastgestelde jaarwedde toe te kennen? «Beide vragen werden in bevestigenden zin beantwoord. «Vooral werd daarbij overwogen, dat wat voor dezen «of genen ambtenaar gelden kan, niet altijd geldend is «voor zijn opvolger. «Naar aanleiding hiervan hebben wij gemeend U te «mogen in overweging geven, om de verordening van «10 October 1891regelende o. a. de bezoldiging van de «ambtenaren voor den dienst der gemeentewerken, onver- «anderd te laten, en aan adressant, op grond zijner per- «soonlijke verdiensten als ambtenaar voor de gemeente, «toe te kennen eene vaste jaarlijksche personeele toelage «van twee honderd gulden, in te gaan 1° Januari 1895.« De voorzitter geeft in overweging de beschikking op het adres aan te houden tot bij de behande ling der gemeente-begrooting, dienst 1895, waar toe besloten wordt. 2. Plan tot verbouwing van het voormalig gerechts gebouw in de Catharinastraat alhier en de inrichting van een gedeelte daarvan tot gymnasium; zijnde aan dat plan adhaesie betuigd door het college van curatoren van het gymnasium te Breda, volgens schrijven van 17 September 1894, ingekomen in de raadszitting van 29 September 1894. De voorzitter stelt dit punt aan de orde. De heer Teychiné zegt, dat hij zich met het advies van curatoren voornoemd niet kan vereenigen en het plan niet in het belang acht van de gemeente. Beter komt het hem voor, de oude rechtbank in perceelen te ver- koopen, het gymnasium naar de hoogere burgerschool te verplaatsen en grond aan te koopen tot het bouwen van eene nieuwe en ruimere hoogere burgerschool. Spreker houdt zich overtuigd, dat het overbrengen van het gym-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 362