364 20 October 1894. riemen die men heeft. Het oude rechtsgebouw kan jaren en jaren voldoende zijn voor gymnasium, en mocht dan later blijken dat het niet meer aan de eischen beantwoordt, dan kan eene nieuwe hoogere burgerschool gebouwd worden en het gymnasium in het tegenwoordige gebouw dier school worden overgebracht. De heer Sassen meent verstaan te hebben, dat naar sommiger gevoelen, de hoogere burgerschool spoedig te klein zal zijn. Spreker vraagt, of dat zoo is? Zoo ja, dan wordt de wenschelijkheid grooter om het gymnasium in het gebouw van de hoogere burgerschool over te brengen. Wordt het oude rechtsgebouw in gebruik gesteld, dan krijgt men bovendien weer eene school in een der drukste straten. De voorzitter, den vorigen spreker beantwoordende, zegt, dat als het getal leerlingen in de laagste klassen zoo blijft toenemen als nu, er weldra parallelklassen zullen moeten bijgebouwd worden. Zekerheid echter bestaat er niet, dat de toename van leerlingen in die mate zal blijven voortduren. Voorts maakt spreker opmerkzaam, dat de inspecteur aandringt ook op het geven van gym- nastiek-onderwijs. De heer Teychiné zou nog wel met het plan kunnen meegaan als het oude rechtsgebouw in gebruik kon worden genomen gelijk het is. Spreker betwijfelt, of de kosten van het bouwen van eene nieuwe hoogere burgerschool zoo hoog zullen zijn als geraamd wordt. Ook kon, als het gymnasium eenmaal in het oude rechtsgebouw is overgebracht, wel eens blijken, dat het niet ruim genoeg of niet geschikt is, of wel dat de drukte van het openbaar verkeer ter plaatse belemmerend is voor het onderwijs. De voorzitter gelooft niet dat gebrek aan ruimte in het bedoelde gebouw te duchten is. In alle geval herneemt de heer Tf.ychiné is het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 364