20 October 1804.
365
gebouw slecht en zijn de kosten van verbouwing en onder
houd groot; waarbij komt het vooruitzicht dat toch eene
nieuwe hoogere burgerschool zal moeten gebouwd worden.
De heer Verschraage vraagt, hoe hoog de kosten van
verbouwing van het oude rechtsgebouw geraamd zijn
De voorzitter antwoordt: op /"9500, er bijvoegende, dat
als het gymnasium voor die som 10 a 20 jaren doelmatig
kan gevestigd worden, het gebouw dan toch rente geeft
voor de gemeente.
De heer Van IIal zegt, dat het hem leed doet, dat hij
met het advies van curatoren niet kan meegaan. Nadat
spreker eenige zinsneden heeft aangehaald uit een hem
in bruikleen verstrekt boek, geschreven door den heer
Reigersman, den grootvader van het raadslid van dien
naam, betrekking hebbende op den ingang van het Val
kenberg, dien men eenmaal liet toemetselen, zoodat langs
een anderen weg toegang tot het Valkenberg moest ver
kregen worden verklaart spreker altijd een voorstander
te zijn geweest om het nuttige met het aangename te
vereenigen en dan ook te willen bevorderen, dat de tegen
woordige toegang tot het Valkenberg verbeterd worde
welk park toch den verbindingsweg vormt tusschen het
station van den spoorweg en de binnenstadSpreker kan
niet ontveinzen, dat hij verbaasd staat over het oordeel
van den inspecteur nopens het tegenwoordig gebouw, en
wijst terug naar het verslag van curatoren over 1893,
met wie hij het eens is, dat als de tijd daartoe zal ge
komen zijn, naar een aan billijke eischen beantwoordend
gebouw zal moeten worden omgezien.
In het tegenwoordig gebouw heeft het altijd goed gegaan.
De rector is met dat gebouw tevreden, al beantwoordt
het niet aan alle eischenBovendienwat wel het voor
naamste is, het onderwijs is goed. Spreker zal niet
ontkennendat het eene moeielijke quaestie ismaar
wanneer het gebouw wordt afgekeurd, dan moet daarin
niet met het nemen van een halven maatregel voorzien