370 20 October J 894. Maar niet mag daaruit de gevolgtrekking gemaakt worden, dat het gebouw niet solied genoeg zou zijn om er aan jongens onderwijs te geven. De heer Van Hal meent van den architect vernomen te hebben, dat onder de geraamde verbouwingskosten van ƒ9344.niet het herstellen van het dak, gedeeltelijk bestaande uit leien en pannen, begrepen is. Alzoo zegt spreker zullen de verbouwingskosten tegenvallen. De heer Lijdsman zegt juist te hebben willen mede- deelen, dat hij den architect gevraagd heeft, of onder de geraamde verbouwingskosten ook die van de kapconstructie begrepen zijn, en hij daarop een ontkennend antwoord heeft ontvangen. Naar de architect verklaarde, zal het geheele gebouw enkel zoodanig in orde worden gebracht, dat dit voor tien a twintig jaren bruikbaar is. De heer Sassen gehoord het gesprokene door de heeren Van Hal en Lijdsman, wenscht, dat aan den architect een nieuw onderzoek worde opgedragen. Naar spreker verklaart, heeft de architect hem verzekerd, dat het gebouw voor de geraamde kosten goed in orde kan ge bracht worden. De heer Teyciiiné zegt, dat toen het gebouw door de bouwcommissie in bezichtiging genomen is, den architect gesproken is over het dak en hij toen verklaard heeft, dat dit noodzakelijk moest vernieuwd worden. De voorzitter stelt daarop voor, den architect een nieuw advies te vragen, en verzoekt voorts den heeren Teychiné en Lijdsman om hun voorstel schriftelijk in te dienen. Laatstgenoemde heeren verklaren aan dat verzoek gevolg te zullen geven, terwijl verder overeenkomstig het voorstel des voorzitters besloten wordt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 370