20 October 1804.
379
De heer Sciieltus dankt den voorzitter voor die toe
zegging.
De heer Heijlaerts vestigt de aandacht op de aan de
Singelstraat opgetaste ijzersteentegels. Het is daar
zegt spreker eene slechte bewaarplaats voor dat mate
riaal, want het is hem opgevallen dat de massa hoe
langer hoe kleiner wordt. Om die reden wenscht spreker
in overweging te geven eene bepaalde bergplaats voor zulk
materiaal te bestemmen.
De voorzitter antwoordtdat in het ontwerp van be
grooting voor den dienst van 1895 aan het bezwaar van
den heer Heijlaerts is te gemoet gekomen, dewijl daarin
eene som van f629.is uitgetrokken voor het afheinen
van het terrein bij de voormalige Inundatiesluis tot opslag
plaats ten behoeve der gemeentewerken van keien, klinkers,
grind ijzersteentegelspuin enz.
Na nog eene korte samenspreking over dit onderwerp,
waarbij de heer Scheltus gaarne tot inlichting mede
deelt, dat men reeds den dag te voren begonnen is met
wagens de steenen te bergenvraagt de voorzitterof
nog iemand der leden iets in het midden heeft te brengen.
Dit niet het geval zijndesluit de voorzitter
de vergaderingwelke daarop overgaat in eene
met gesloten deuren.
De Secretaris
A. R. VERMEULEN.
De Voorzitter
Ed. GULJÉ.