I 17 November 1894. Tegenwoordig de heeren: J. A. VAN AKEN, mr. M. VAN DAM, mr. P. BLOEMARTS, A. P. SCHELTUS, II. A. SASSEN, J. LIJDSMAN, mr. Th. MATHON, B. C. VAN DONGEN, J. A. J. W. VAN HAL, mr. A. REIGERSMAN, J. J. L. TEYCHINÉ, A. J. A. VER- SCHRAAGE, mr. W. INGENHOUSZ, W. G. H. ROM- BOUTS, K. G. OUKOOP, J. J. NELISSEN en E. H. A. GULJÉ, burgemeester, voorzitter. Afwezig de heeren: J. E. VREEDE en F. J. M. HEIJ- LAERTS. De voorzitter zegt, dat, naar aanleiding van artikel 8 van het reglement van orde voor den gemeenteraad, de notulen van het verhandelde in de vergadering van den 20. October 1894 ter inzage voor de leden hebben gelegen, en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt. Dit niet het geval zijnde, worden de notulen der voormelde vergadering goedgekeurd en vast gesteld. Vervolgens stelt de voorzitter aan de orde: A. Ingekomen stukken: 4. Missive van den heer Klein Swormink te Amsterdam, dato 30 October 1894, daarbijonder dankbetuiging voor het in hem gestelde vertrouwen, mededeelende, dat hij zijne benoeming tot leeraar in de wiskunde aan de hoogere burgerschool en burgeravondschool in deze gemeente aan neemt en 1 December zijne nieuwe betrekking hoopt te aanvaarden. 29

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 381