17 November 1894
389
B. Voor het gebruik van den openbaren ge
meentegrond tot het zetten en hebben van
kalk- of timmerioodsendirectie-keeten
kioskenwachtlokalen en dergelijke inrich
tingen, alsmede voor het plaatsen van steen,
pannen, plavuizen, hout of andere materialen,
per week of korter, per M1ƒ0.05.
per maand en per M20.20.
C. Voor het gebruik van den openbaren ge
meentegrond tot het hebben van kluizen en
andere in of onder den openbaren gemeente
grond gemaakte inrichtingenper jaar en
per M3 (gedeelten van een M3 voor een
geheelen gerekend)1.
D. Voor het hebben van beerputten in den
openbaren gemeentegrond, per jaar en per M3
(gedeelten van een M3 voor een geheelen
gerekend)0.25.
E. Voor het hebben van spoorslaven in- of op
den openbaren gemeentegrond, met uitzon
dering van die voor de openbare middelen
van vervoer, per jaar en per strekkenden meter
(gedeelten van een meter voor een geheelen
gerekend)0.15.
met een minimum van 50 cent0.50.
F. Voor het gebruik van den openbaren ge
meentegrond tot het plaatsen daarop van
voorwerpen ter zake van het houden van
openbare verkoopingen, bij opbod en afslag,
per dag voor 50 M2 en minder3.
voor elke meerdere 10 M2 of gedeelten daarvan 0.50.
Artikel 3.
Door jaar wordt verstaan het kalenderjaar, door maand
een tijdvak van dertig dagen.
Artikel 4.
Het recht is verschuldigd door hemaan wien de ver
gunning is verleend.