404 20 .November 1894. Verder zou de voorzitter gaarne vernemenwelke politie agent het is, die, ter zake boven besproken, geacht wordt aan zijn plicht te kort te zijn gebleven. Niemand der leden vraagt het woord. De post wordt daarop goedgekeurd. Volgnummer 13. Opbrengst van staanplaatsen op markten. In twee afdeelingen werd de ter gelegenheid der najaars kermis van dit jaar reeds zoo goed geslaagde poging om vermeerdering van de opbrengst der marktgelden te ver krijgen zeer toegejuicht. In ééne afdeeling drongen verschillende leden er op aan, dat bij de jaarlijksche markten of kermis de tarieven voor de staanplaatsen per meter in het algemeen zouden worden verhoogd, aangezien thans veel te weinig wordt betaald. In de andere afdeeling stelde men de vraag, of met het oog op bovenaangeduide welgeslaagde poging deze post niet te laag geraamd is. In allen gevalle wenschte men in de thans gevolgde richting te zien voortgegaan. Antwoord. Bij het opmaken der begrooting was de goede uitkomst van het verhuren van staanplaatsen voor stoomdraaimolens en dergelijke inrichtingen niet bekend. Thans hebben burgemeester en wethouders geen beden king den begrootingspost te verhoogen. Ook stellen zij zich bereid, weldra den Raad een voor stel te doen tot wijziging van het heffingsbesluit voor staanplaatsen in het algemeen op jaarmarkten en kermissen in deze gemeente. Dit punt was bereids bij burgemeester en wethouders niet onbesproken gebleven. De voorzitter, na herinnerd te hebben dat de vroegere dubbele belasting voor openbare vermakelijkheden bij kermis tot de enkele is teruggebracht, zegt, dat zal getracht wor-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 404