26 November 1894.
405
den in het besproken onderwerp nog vóór Pinksterkermis
te voorzien.
De post wordt daarop goedgekeurd.
Volgnummer 18. Schoolgelden voor het middelbaar onderwijs.
In eene der sectiën werd door een der leden de wen-
schelijkheid uitgesproken om het schoolgeld op de hoogere
burgerschool te verhoogenwaarover het advies van de
commissie van toezicht zou moeten worden gevraagd. Het
verdiende aanbeveling om het schoolgeld voor alle leerlin
gen te verhoogen met f 10 en voor buiten Breda wonende
leerlingen dit te vermeerderen met f 75.
Antwoord.
Burgemeester en wethouders hebben geen bezwaar aan
de commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs
advies te vragen omtrent den door een lid uitgesproken
wensch tot verhooging der schoolgelden aan de hoogere
burgerschooldoch zij meenen er op te moeten wijzen
dat de verhooging dier gelden voor buitenleerlingen te
Amsterdam tot gevolg heeft gehad dat de rijkssubsidie is
ingetrokken.
De heer Nelissen meent, dat te Amsterdam quaestie was
van eene algemeene, niet eene differentieele verhooging
van schoolgelden dewijl dit schoolgeld te hoog was opge
voerd om die reden de rijkssubsidie is ingetrokken.
Wat spreker wel wenschte te vernemen iswat
eigenlijk de hoogere burgerschool te klein doet zijn. Is
de oorzaak hierin gelegen dat er zoovele leerlingen van
buiten komen? Zoo ja, dan is spreker tegen de ver
grooting van het gebouw der hoogere burgerschool. Het
komt spreker voor dat men te vrijgevig is geweest in het
aannemen van buitenleerlingen en het bevreemdt hem dat
te dien aanzien niet gehandeld is als ten opzichte van de
openbare scholen van lager onderwijs. Kinderen van inge-