40
17 Februari 1894.
Zonder bedenking wordt besloten, de gevraagde
machtiging te verleenen. De voorzitter en de
heer Van Dongen, beiden leden der betrokken
instelling, wenschen geacht te worden, niet tot
dit besluit te hebben medegewerkt.
17. Rapport van professor J. Forster, te Amsterdam
betrekkelijk het bacteriologisch onderzoek op 9 Januari jl.
van het water der gemeentelijke waterleiding.
De heer Van Dam geeft in overweging bedoeld rapport,
door middel van de plaatselijke nieuwsbladen, openbaar
bekend te maken.
De heer Van Hal wenscht het in dat geval onmiddellijk
in handen van de redactiën dier bladen te stellen.
Daartoe wordt zonder bedenking besloten, kun
nende alsnu, gelijk de heer Reigersman doet
opmerken, het in circulatie stellen van het rapport
bij de leden overbodig geacht worden.
Voormeld rapport is van den volgenden inhoud
Rapport van Prof. J. Forster omtrent de
waterleiding.
Amsterdam, 28 Januari '1894.
»Bij Uw geacht schrijven van 4 Januari 1894 werd ik
»namens burgemeester en wethouders van Breda door U
»uitgenoodigd een onderzoek in te stellen naar den bacte-
uriologischen toestand van het water der nieuwe water
leiding aldaar, teneinde na te gaan, of het voor de
sleiding in gebruik genomen grondwater in de Setersche
»heide, dat in het jaar 1889 door mij bacteriologisch werd
^onderzocht, sedert dien tijd eene verandering had
ondergaan.
»Het te onderzoeken water wordt door een stelsel van
szuigbuizen, 12 a 22 meter diep onder terrein, uit eene