'26 November 1864. Volgnummer 49. Boden. Naar aanleiding van dezen post werd door eenige leden eener afdeeling de wensch geuit dat burgemeester en wet houders hunne aandacht eens mochten wijden aan de kleeding der boden. Naar het oordeel dier leden was eene meer uniforme en stemmige kleeding wenschelijk en passend. Antwoord. Het punt alhier besproken, had ook reeds de aandacht van burgemeester en wethouders getrokken en dezen zijn voornemens aan het gansch niet ongegrond bezwaar tege moet te komen. De heer Van Dam vraagtof er alsnu geen termen zijn den post te verhoogen De voorzitter meent dat in de meerdere uitgaaf wel door af- en overschrijving zal kunnen voorzien worden. Daarop wordt de post goedgekeurd. Volgnummer 52. Jaarwedde der politie agenten. In eene sectie vond de voorgestelde verhooging van de jaarwedde der agenten van politie algemeene instemming. Ook in eene andere sectie werd dat voorstel algemeen toegejuicht. Met de wijze van verhooging werd evenwel geen genoegen genomen. Men verlangde namenlijk dat er tusschen de agenten der Ist8 klasse en de hoofdagenten in traktement een grooter verschil zou bestaan. De hoofd agenten zijn chefs en geleiders van den dienst. Zij hebben veel meer verantwoordelijkheid en moeten zelfs de agenten surveilleeren. Het was daarom van belang dat er in de positie van agent en hoofdagent belangrijk verschil bestond, en dat verschil moest ook blijken in de gradatie dei- traktementen. Een lid dierzelfde afdeeling achtte het noodzakelijk, dat in de memorie van toelichting ware opgegeven, op welke wijze in anderemet Breda gelijkstaande gemeentende bezoldiging van hoofdagenten en agenten geregeld is, ten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 410