26 November 1894 413 De voorzitter vraagt of de heer Van Dam diers voorstel wenscht in stemming gebracht te zien De heer Van Dam verklaart dat hij niet zoozeer het oog er op gehad heeft, om van het door hem gesprokene een voorstel te maken. Daarop wordt goedgekeurd den post met/125 te verhoogen. Volgnummer 52. Torenwachters. Ten gevolge van de nieuwe regeling der brandweer, in werking getreden den 25. October jl.zullen de toren wachters vervallen. In eene der sectiën werd opgemerkt, dat het feit dat op deze begrooting toch nog voor hen een post is uitge trokkentoegeschreven moet worden aan de omstandigheid, dat deze begrooting is opgemaakt geworden vóór de vast stelling van de nieuwe regeling der brandweer. De uit getrokken post diende mitsdien te worden geschrapt. Toch wenschte een der leden de torenwachters behouden te zienwelk gevoelen evenwel door andere leden niet werd gedeeld. Aan den eenen kant werd het toegejuicht dat nu voortaan door het luiden bij brand niet meer de geheele stad zal worden gealarmeerd, doch bovengenoemd lid vond daarin geen bezwaar. Integendeel zeide hij zal het nu kunnen voorkomendat er bij iemand brand is, zonder dat bijvoorbeeld een bloedverwant die in een ander gedeelte der stad woont, er iets van af weet, hetgeen toch in vele gevallen van groot nut kan zijn. Datzelfde lid stelde dan ook voor, om óf de torenwachters te behoudenöf om bij brand aan de politie op te dragen door geheel de stad den brand te signaleeren. Antwoord. Burgemeester en wethouders hebben gemeend het buiten dienst stellen der torenwachters te moeten afhankelijk 31

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 413