414 26 November 1894. maken van de uitkomstendie de nieuwe regeling der brandweer zullen blijken op te leveren. Komen genoemde beambten buiten dienst, dan vallen zij in de termen wachtgeld te genieten. Het algemeen alarmeeren bij brand hetzij door middel van de torenklok of de politiezou in strijd zijn met de tegenwoordige organisatie der brandweerwelke juist in het niet alarmeeren een krachtig middel heeft gemeend te vinden om de brandweer vlug en ongehinderd aan hare roeping te doen beantwoorden. Men kan zegt de voorzitter in de begrooting zetten wedde of wachtgeld. De heer Van Dam vraagt, of de torenwachters, als zij buiten dienst geraken, niet zouden kunnen gebezigd wor den voor toezicht te houden op de honden Dit zal antwoordt de voorzitter in overweging worden genomen. Daarop wordt de post goedgekeurd. Volgnummer 57. Stadsuurwerkmaker. In de drie afdeelingen kwam ter sprake het verzoek van den stadsuurwerkmaker om verhooging zijner jaarwedde. In eene sectie vond dat verzoek geen steun. Men was van oordeel datvermits de verzoekertoen hij naar de betrekking solliciteerde, zoowel met de jaarwedde als met de werkzaamheden aan die betrekking verbonden bekend was, althans bekend kon en moest zijn, en uit niets blijkt, dat die werkzaamheden zijn vermeerderd, voor verhooging der jaarwedde geen aanleiding bestaat. In eene andere sectie daarentegen werd algemeen goed gevonden om het traktement te verhoogen met dertig gulden. In eene derde sectie vond men het verzoek van den stadsuurwerkmaker gegrond en werd mitsdien voorgesteld om de bezoldiging te brengen op f 300.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 414