2G November 1894 421 Tegen deze meening werd opgemerkt dat de tegenwoor dige regeling juist steunt op een raadsbesluit dat nog slechts korten tijd geleden werd genomen. Ten slotte was men het in die afdeeling algemeen eens en er werd mitsdien een bepaald voorstel van gemaakt, dat voortaan ten minste de genomen besluiten zullen moeten worden voorgelezen in de zitting van den Raad. Antwoord. In het midden latende of het ter zijde genoemde onder werp kan geacht worden deel uit te maken van het onder zoek der gemeente-begrooting, te minder nu het onderwerp pas bij verordening is vastgesteldzullen burgemeester en wethouders echter gaarne voorstellen inwachten, wanneer wijziging der voorbedoelde verordening mocht verlangd worden. De heer Reigersman zegt, dat het hem spijt dat hij ten aanzien der notulen in opinie met burgemeester en wet houders moet verschillen. Wat noemt men goed? vraagt spreker dat men spoedig met de behandeling der zaken kan beginnen; dat de secretaris wat minder moeite heeft om de notulen voor te lezen en dat de leden ze niet be hoeven aan te hooren Als men dat goed noemt, dan is de gevolgde weg uitstekend. Maar naar zijn inzien is de toestand onhoudbaar. Notulen zonder voorlezing zijn geen notulen. Naderhand al moge de eerlijkheid van den tegenwoordigen secretaris niet mistrouwd worden zal men er de wrange vruchten van plukken en zullen de vergissingen blijken. Ook spreker vindt het nu juist niet de geschikte gelegenheid om dit onderwerp te bespreken, maar wel wil hij verklaren, dat, als er geen verandering komt, hij in elke zitting voorlezing der notulen zal vragen. "Verder wordt dit punt niet besproken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 421