26 November 1894. 427 De heer Sassen meent dat de strijd zich doet kennen tusschen den ouden en nieuwen tijd. Thans wordt het nieuwe systeem gevolgdwaardoor men het bosch tracht te sparen voor de toekomst. Niemand der leden meer het woord verlangende, brengt de voorzitter het voorstel van den heer Reigersman in stemming, waarvan de uitslag is dat dit wordt aangenomen met 10 tegen 8 stemmen. (De heer IngenHousz was afwezig). Vóór waren de heeren: Reigersman, Teychiné, Ver- schraage, rombouts, oukoop, VrEEDE, HeIJLAERTS, Van Dam, Nelissen en de voorzitter. Tegen de heerenVan Dongen Van Aken Bloemarts SciiF.LTUs, Sassen, Lijdsman, Mathon en Van IIal. Paviljoen Valkenberg. In dezelfde sectie werd eenparig de wensch te kennen gegeven dat in 1895 de voorbereidende maatregelen zullen worden genomen voor het bouwen van een paviljoen in het Valkenberg, ten einde die in 1896 ten uitvoer te brengen. Antwoord. Mocht door den Raad besloten worden dat in 1896 een paviljoen in het Valkenberg zal verrijzendan zullen daartoe door burgemeester en wethouders gaarne alle voorbereidende maatregelen genomen worden. De heer Teychiné vraagt, of het niet meer gewenscht zou zijn om het bouwen van een paviljoen aan het particulier initiatief over te laten? Spreker noemt daartoe als voor beeld s-Boschalwaar de gemeente enkel eene muziektent verschaft. De voorzitter meent dat dit punt behoort tot de toekomst en kan behandeld worden in het volgend jaar.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 427