432
26 November 1894.
Op den ovei'gelegden staat zijn in hoofdzaak gebracht
die straten, waarin de meeste aansluitingen aan de water
leiding zijn tot stand gekomen en is daarbij in het oog
gehoudenwelke bestratingenwegens den minder goeden
toestandvoor herstratingen in aanmerking moesten
komen.
In de straten BeijerdVlaszak Rozemarijnstraat enz.
zijn reeds vele woningen aan de waterleiding aangesloten
en vorderen de bestratingen aldaar dringend herstrating.
In het algemeen hebben de smalle straten het meest door
den aanleg der waterleiding geleden, terwijl die, wegens
de smalte der trottoirs, veel meer dan in andere straten
door voetgangers gebezigd worden.
De post wordt goedgekeurd.
Volgnummer 82, art. 6h. Kosten van aanleg eener volks
badplaats.
In eene sectie werd het plan voor eene volksbadplaats
vrij algemeen met weinig instemming begroet; men was
van oordeel, dat waar èn kleedkamers èn toezicht zouden
ontbrekennoch met de eischen van kieschheid en morali
teit, noch met die der veiligheid rekening was gehouden.
In eene andere sectie werd het idee van den wethouder
Oukoop tot aanleg van een volksbadplaats zeer toegejuicht.
De bijzonderheden van het plan zouden natuurlijk nader
in den Raad ter sprake moeten komen. De vraag werd
evenwel gedaanof er in die badplaats toch geen toezicht
noodig zou zijn.
In eene derde sectie werd het plan in het algemeen
toegejuicht. Men vond het echter wel wat primitief, vooral
ook met het oog op de moraliteit. Sommigen echter
vonden dat bezwaar niet groot, daar het volk zich toch
niet van zwembroeken voorziet. Men besloot om voorloopig
het plan te steunen en af te wachten hoe alles zou loopen,
om desnoods later de noodige verbetering of uitbreiding
aan te brengen.