438
26 November 1894,
De heer Teychiné kant zich tegen den wensch om den
post voor memorie uit te trekken en wil liever de begroo-
tingssom verdubbeld zien om dan in de volgende ver
gadering het plan van den heer Oukoop te behandelen.
De voorzitter stelt voor den post te behouden op het
bedrag in het ontwerp der begrooting opgenomen en dan
later het plan te behandelen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
Volgnummer 82, art. 6 I. Kosten van af heinen van liet
terrein hij de voormalige inundatiesluis tot opslagplaats ten
hehoeve der gemeentewerken.
In eene afdeeling werd door een der leden de opmerking
gemaakt, dat als er op die plaats ijzersteentegels, keien
enz. worden opgeslagenhet dan toch ook zeker de bedoe
ling wasom die voorwerpen aldaar te lossen. Maar werd
de vraag gedaanmoet er dan ook niet eene beschoeiing
worden daargesteld In bevestigend geval zullen de kos
ten toch veel hooger zijn dan f 629.Een ander lid
opperde de meening dat het water aldaar vaak zeer ondiep is.
Naar aanleiding van een en ander wordt betwijfeld, of
de aangewezen plaats wel eene geschikte los- en opslagplaats
zal zijn.
Antwoord.
Zeer zeker is het de bedoeling de ijzersteentegels op het
af te heinen terrein bij de voormalige inundatiesluis te
lossen. Eene beschoeiing wordt daarvoor niet direct nood
zakelijk geacht. Mogelijk wordt het later wenschelijk eene
voetbeschoeiing te maken, reikende tot even boven den
laagsten waterstand, eensdeels om die lijn aldaar een
meer behaaglijk aanzien te geven en anderdeels om de
rivier een weinig te verbreeden.
Het water heeft aldaar dezelfde vaardiepte als elders in
de Ilaven.