44 17 Februari 1894. wij ze kunnen worden overwonnen, geven niet zeld- «zaam aan personen, die niet volkomen op de hoogte »zijn, aanleiding tot verkeerde en foutieve gevolgtrekkin- »genin ons geval worden zij zonder twijfel de oorzaak »daarvan, dat de bacteriologische toestand van het leidings- «water tijdelijk minder gunstig zich voordoet, dan hij in «waarheid is of gevonden zal kunnen worden, wanneer »de waterleiding eenmaal gedurende langeren tijd onaf sgebroken in gebruik is genomen. «De uitkomsten van het bacteriologisch onderzoek «dat met inachtneming van de noodige voorzorgen is «geschied zijn de volgende «Bij de onderscheidene culturen, die aan het pompsta- «tion zelve aangelegd en later in het laboratorium te Amsterdam geobserveerd werden, ontwikkelden zich «en wel bij eene temperatuur van 23° C. zoo langzaam, «dat de bacteriën-koloniën eerst op den 14den Januari «dus na 4 dagenbegonnen duidelijk te worden op «5 ieder achtereenvolgens met 1 O.C. water gechargeerde «gelatineplaten «67, 65, 55, 64, 57 koloniën van bacteriën. «De bacteriën, waarvan het aantal dus nog veel gerin- «ger is dan in 1889, behoorden tot vijf verschillende «soorten, die dikwijls in water worden gevonden terwijl in «de tevens gemaakte bouillon-culturen in hoofdzaak twee «soorten groeidendie hunne eigenschappen met de beide in «1889 gevonden bacteriën overeenkomen. In de bij 37° C. «gehouden argarculturen vertoonden [zich een geringer «aantal van koloniën; de anaëroben-culturen bleven steriel. «Op 5 gelatineplaten, die den lOden Januari in het «laboratorium met 0.5 en 1.0 C.C. van de medegebrachte «watermonsters werden gemaakt, ontwikkelden zich van «bacteriën-koloniën «per 0.5 O.C. water: per 1.0 C.C. water 12 25 11 22 24

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 44