452 27 November 1894. schenken en deze zal den ijver harer ambtenaren onge twijfeld weten op prijs te stellen In Zaandam geniet de directeur f 1200 en in het grootere Delft f 1500. Met die belooningen houdt de bezoldiging te Breda vrijwel verband. De heer Scheltus zegt, dat dc voorzitter het heeft doen voorkomen als zou door hem voor den directeur hooger traktement verlangd zijn; dat is niet juist; alleen heeft spreker gewenscht de belooning op meer rationeele grondslagen te vestigen. Daargelaten zegt spreker of de directeur een prikkel tot dienstijver noodig heeft, wat zijne belooning aangaat, daaromtrent is hij geheel afhankelijk van de door spreker reeds aangetoonde om standigheden. En wat de heer Rombouts zegt omtrent gevoelens van tevredenheid in 't hart, die toch zijn niet enkel voldoende. Er moet betaald worden in klinkende munt. Aan gevoerd is ook de bezoldiging, welke in andere gemeenten genoten wordt, met namen Zaandam en Delft, maai' die ge meenten zijn niet met Breda te vergelijken. Meermalen tracht men eindigt spreker vergelijkingspunten te vinden, maai' die gaan doorgaans mank De heer Heijlaerts komt terug op het dooi'hem gedane voorstel. De voorzitter zegt, dat het onderwerp in de oommissie zal behandeld worden, maar eerst het resultaat van dit jaar moet afgewacht worden De heer Heijlaerts handhaaft zijn voorstel, als het ondersteund wordt. De voorzitter ontraadt den heer Heijlaerts dat voorstel te doen. Niemand der leden het voorstel van den heer Heijlaerts ondersteunende, verklaart deze er dan in te zullen moeten berusten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 452