470
15 December 1894.
B. de commissie van beheer der gemeente-reiniging, de heeren
VV. G. H. Rombouts,
Mr. Th. Mathon,
J. A. J. W. van Hal, en
A. J. A. Verschraage,
welke commissie door den burgemeester of een lid van
het dagelijksch bestuur zal worden voorgezeten.
C. de commissie van redactie der strafverordeningen
de heeren
Mr. M. P. M. van Dam,
Mr. Th. Mathon, en
Mr. P. J. M. E. Bloemauts,
die met den burgemeester, als voorzitter, de commissie
zullen uitmaken.
D. de bouwcommissiede heeren
J. Lijdsman, en
J. J. L. Teychiné.
De voorzitter, de heer Ed. Guljé, die tot dusver lid en
voorzitter was van de bouwcommissie, verzoekt als zoodanig
te mogen vervangen worden, dewijl die betrekking niet
wel samengaat met die van burgemeester.
Daarop wordt overgegaan tot stemming.
Er worden uitgebracht 17 stemmen (de heer Heijlaerts
had de vergadering verlaten), waarvan verkrijgen de heeren:
H. A. Sassen 8,
A. P. scheltus 5,
J. A. J. W. van Hal 2,
A. J. A. Verschraage 1, en
Mr. P. Bloemarts 1,