472 15 December 1894, »Het is U niet onbekend dat bedoeld plein tegenwoordig «gebezigd wordt als de plaats, alwaar de voerlieden hunne «karren uitspannen, waarmede eene vrij drukke handels- «bedrijvigheid gepaard gaat. Bovendien wordt aldaar «varkensmarkt gehouden. »Aan de beplanting zal eene uitgave verbonden zijn van y>f 780 of f 226.90, zooals blijkt uit de begrootingen «met teekening, die wij de eer hebben hierbij over te leggen. »Het vermoeden ligt voor de hand datbij inkrimping «van de thans voldoende ruimtede beplanting niet on- «beschadigd zal blijven, allerminst wanneer aldaar met «kermissen nog aan eene comedietent of dergelijke inrich- «ting plaats moet verleend wordenwaardoor het plein «geheel bezet geraakt. «Wij hebben dan ook gemeend U te moeten adviseeren, «om het Kasteelplein, zoowel wegens het veelvuldig gebruik «dat er van gemaakt wordt, als met het oog op de kosten «van beplanting, vooralsnog te laten in den toestand waarin «het zich thans bevindt». De Raad zich bereid verklarende deze zaak te behandelen, stelt de voorzitter haar aan de orde. De heer Sassen verklaart de bezwaren in het prce-advies ontwikkeld niet te deelen en gelooft niet dat de beplanting in den weg zal staan. Ook het plaatsen eener tent kan niet als bezwaar wegen. Spreker zou het inderdaad spijten als het plein, het éénige in de binnenstad waar boomen kunnen geplaatst worden, niet beplant werd, te meer nu dit geschieden kan voor eene som van even tweehonderd gulden. De voorzitter vraagt, of de heer Sassen een voorstel maakt van het door hem gesprokene De heer Sassen meent, dat het adres van de heeren Leurs c. s. aan de orde is en betoogt verder de wensche- lijkheid om het Kasteelplein aan beide zijden met boomen te beplanten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 472