474 15 December 1894. aldaar de karren, die vroeger aan het Wapen van Nassau stonden, plaats te verleenen, terwijl het vertier klimmende is. Komt er nu beplantingdan zal het plein niet aan zijn doel beantwoorden, want er wordt ook markt gehouden. Gaarne zou spreker aan het verlangen der bewoners willen tegemoet komen, maar men verlieze niet uit het oog dat men dan terzelfder tijd aan andere bewoners iets ontneemt, daar men zou moeten weren wat er nu is. Immers plant men de boomen buiten het trottoir dan krimpt het terrein in. Ook ziet spreker niet in dat de beplanting de digniteit der Koninklijke Militaire Academie zou verhoogen. Liever aanschouwt spreker den toestand gelijk hij thans is en vereenigt zich met het prae-advies van burgemeester en wethouders. Het is den heer Scheltus onbegrijpelijk, dat die 13 boomen aan elke zijde van het plein eenigen hinder kunnen veroorzaken. Overigens wordt door spreker de beplanting voorgestaanniet om de digniteit der Academie te ver hoogen, maar om enkele leelijke huizen minder in het oog te doen vallen. De voorzitter meent, dat de bezwaren verbonden aan het plaatsen van boomen te licht geschat worden. Er blijven slechts 10 meter breedte voor het vrije gebruik over. De karrendie er komenzijn groot en zwaar beladen en vorderen ruimte om zich te kunnen bewegen. Daaraan paart zich het op- en afladen der karrenalsook het afhalen der goederen, enz. Het vermoeden, dat de boomen spoedig zullen vernield zijnis derhalve geenszins onge grond. Komt er beplanting, dan zullen de karren in de lengte moeten gaan staan. De heer Sassen zegt, dat warneer het de beplanting van de Havermarkt goldhet wat anders wasmaar ten aanzien van het Kasteelplein handhaaft hij zijne bewering dat aldaar voldoende ruimte is, waarvan hij persoonlijk zich overtuigd heeft. Spreker zou het betreuren als het éénige daartoe geschikte plein niet beplant werd en zou

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 474