15 December 1804,
477
De lieer Van Hat, kan niet ontkennendat hij wel
zou gewenscht hebben ter plaatse eenig klein plantsoen
aan te brengen,
C. Verslagen:
De voorzitter vraagt, ot iemand der leden eenig verslag
heeft uit te brengen
Dit niet het geval zijnde, zegt de voorzitter dat hij den
Raad wenscht in kennis te stellen met een ongeval dat
heeft plaats gehad aan de ontijzerings-inrichting der ge
meente-waterleiding. Ten gevolge van het verstoppen der
geperforeerde cementplaten is de oostelijke muur bezweken.
Onmiddellijk is daarvan bericht gedaan aan den heer
Schotel die aanstonds de noodige maatregelen heeft
doen nemen. Gelukkig kan er doorgewerkt worden, daar
'2 afdeelingen bruikbaar gebleven zijn. Het zal wel noodig
zijn eindigt de voorzitter dat een verklikker worde
aangebracht.
De heer Reigersman vraagt, of het nadeel geleden
wordt door de gemeente of door den aannemer?
Waarop de voorzitter antwoordt, dat z. i de gemeente
het nadeel zal moeten lijden.
De heer Scheltus vraagt, waaraan het ongeval is toe
te schrijven
Aan verstopping antwoordt de voorzitter van
den filter, waardoor ophooging van water heeft plaats gehad.
De heer Van Dam geeft in overweging, ten einde niet
in den blinde te oordeelenburgemeester en wethouders
te verzoeken aan den heer Schotel een rapport ter zake
te vragen. Dan kanmeent sprekereene vruchtbaarder
discussie volgen en ook de vraag besproken worden wie
de kosten betalen moet, hetzij de gemeente of de aannemer.