48 47 Februari 1894. 1°. de verharding der wegenmet de kantlagen en goten, van den aannemer over te nemenwaarvoor hij aan de gemeente zal betalen eene som van f 1150, onder voorwaardedat hij de verhardingsmate rialen, in het bestek voorgeschreven, op het bouw blok langs den Oost-Buitensingel levert 2°. dat de gemeente, tegelijk met het leggen der riolen, in één bestek aanbesteedt het verwerken van die verhardingsmaterialen. Volgens een door den gemeente-architect daarvan opge maakte berekening van kosten, zal het verwerken van de materialen 1521 kosten. Oogenschijnlijk volgt daaruit dat de gemeente voor het verharden der wegen f 371 meer zal moeten uitgeven dan ontvangen, doch dit is nog eene open vraag, indien de werken te gelijk met het leggen der riolen besteed en uitgevoerd kunnen worden, terwijl alsdan de gemeente de handen geheel vrij heeft. Wij kunnen ons met het bovenstaande geheel vereenigen en stellen U voor den Raad in overweging te geven dienovereenkomstig te besluiten. De voorzitter verklaart omstandig de strekking van het rapport, daarin bijgestaan door het lid der bouwcommissie, den heer J. Lijdsman, die zijne toelichting gepaard doet gaan met aanwijzigingen op de ter tafel zich bevindende teekening van het terrein. Niemand der leden inlichting meer verlangende, geeft de voorzitter in overweging, te besluiten (get.) De Bouwcommissie: Ei). GULJÉ. J. J. L. TEYCHINÉ. J. LIJDSMAN.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 48