4
13 Januari 1894.
2. Missive van de Gedeputeerde Staten voornoemd,
dato 21 December 1893, G, n°. 58, 2e afdg., 3e bui'., houdende
toezending van een adres van de wed. B. J. Voorips,
welke beroep heeft ingesteld tegen haren aanslag in den
hoofd elijken omslag, dienst 1893; met verzoek, onder
beantwoording van eenige gestelde vragen, de bronnen
zooveel mogelijk op te geven, waaruit het vermoedelijk
inkomen voortspruit.
De voorzitter stelt voor, deze zaak te behan
delen in eene na afloop dezer zitting te houden
besloten vergadering, waartoe besloten wordt.
3. Missive van den heer mr. A. Reigersman, dato 31
December 1893, daarbij mededeelende, dat hij zijne her
benoeming tot curator van het gymnasium zich laat wel
gevallen en alzoo die betrekking door hem opnieuw wordt
aanvaard.
Deze missive wordt voor kennisgeving aange
nomen.
4. Adres van mej. IC. Waaijer te Lage Zwaluwedato
21 December 1893, daarbij verzoekende haar gedurende
eenige weken een schoollokaal twee uren per dag te willen
afstaan tot het geven van een cursus in het knippen.
Na voorlezing van dit adres, wordt gelezen het volgend
daarbij door burgemeester en wethouders overgelegd prae-
advies.
„Aan Uwen Raad is door mejuffrouw K. Waaijer of
„Kwaaijer, te Lage Zwaluive, een verzoek gericht, om,
„tot het geven van een cursus in het knippen, gedurende
„eenige weken een schoollokaal twee uren per dag te
„willen afstaan.
„U voormeld adres aanbiedende, hebben wij de eer dit
„van ons prae-advies te doen vergezeld gaan.
„In de wet op het lager onderwijs is enkel sprake van
„het beschikbaar stellen van schoollokalen ten behoeve
„van het godsdienstonderwijs.