54
10 Maart 1894
De voorzitter stelt voormet het oog op de door
adressant aangevoerde omstandighedengunstig op het
adies te beschikken en tot eene nieuwe openbare ver
huring van den bedoelden kelder te besluiten.
Niemand der leden het woord verlangende,
wordt besloten om C. M. Wouters -van de loo-
pende huur van den bij hem in huur zijnden
kelder, achter het huis »'t Liggend Hert", te ont
slaan, en dien kelder opnieuw in het openbaar
te verhuren voor den tijd van drie jaren en op
de verder gebruikelijke voorwaarden.
4. Adres van Mevrouw de wed. J. de Fraiture—
Verheijden, wonende te Breda, dato 19 Februari 1894,
daarbij te kennen gevende, dat zij voornemens is af te
breken een bestaande zoutziederij met schuur en pakhuis,
gelegen aan den Achterom te Breda, kadastraal bekend
sectie A, n°. 1413 en n°. 1700, en deze perceelen te ver
bouwen tot zeepziederijdat tot verkrijging eener betere
rooilijn, vermoedelijk ongeveer 15 MJ. terrein door haar
aan de gemeente moet worden afgestaan, waarvoor zij in
ruil of zoo noodig, voor een matigen prijs, van de ge
meente wenscht over te nemen 't strookje grond, thans gang,
gelegen tusschen het perceel van adressante en de fabriek
van den heer W. van Winsum; dat de ruimte van ge
noemdegang, nu weinig anders dan een mestplaats, welke
zeer nadeelig en onvrij is voor hare pandenzeer ten goede
zal komen voor den bouw der nieuwe fabriekmet verzoek
haar bovenomschreven "grond billijkerwijze over te doen.
De voorzitter brengt ter tafel eene tot deze zaak be
trekking hebbende teekening, welke bij de leden rondgaat.
Nadat die teekening bezichtigd en toegelicht is, wijst de
voorzitter op de groote verbetering, welke door derailing
van grond zal worden tot stand gebracht, en geeft den